Bang om te verdrinken

 

Het is laat in de middag als ik een leuke vrouw aan de telefoon krijg. Ze belt om haar dochter: een meisje van negen jaar oud dat een echte waterrat is. Ze heeft haar ABC-diploma’s en daar bovenop ook nog drie zwemvaardigheid diploma’s en al twee snorkeldiploma’s.
Nu is er iets gebeurd toen ze kortgeleden op vakantie waren naar een tropisch eiland. Natuurlijk hadden ze daar veel gezwommen en gesnorkeld. De laatste dag daar was ze samen met haar dochter in zee toen het mis ging. Er waren heerlijke golven, waar ze keer op keer samen doorheen gedoken hadden, maar ineens stonden net op het verkeerde moment op de verkeerde plek en smeet een golf hen keihard tegen de zeebodem. Het was gelukkig ondiep water, en binnen dertig seconden stonden ze allebei weer overeind, maar het meisje was enorm overstuur geweest en moest flink getroost worden.


De volgende dag waren ze naar huis gevlogen en leek het voorval al vergeten. Maar nu school weer begonnen is, en ook de snorkellessen weer gestart zijn, gaat het mis. De eerste snorkelles mist het meisje omdat ze koorts heeft. Haar ouders zoeken hier niks achter, en de volgende dag is ze trouwens alweer beter. Maar de week erna geeft ze de halve nacht voor de zwemles over. En de week dáárna heeft ze op de dag voordat er weer snorkelles is, ineens diarree. 
Haar moeder krijgt een inval: zou dit te maken kunnen hebben met het voorval tijdens hun vakantie, en ze belt mij omdat ze van een goede vriendin heeft gehoord hoe snel kinderen geholpen kunnen zijn met regressietherapie.


Nu heb ik een hele drukke praktijk, maar voor kinderen maak ik altijd wat extra ruimte en binnen twee weken zijn ze bij me. We maken eerst een tekening en daarna ligt het meisje op mijn bank. Ik spreek met haar af dat ze mag voelen wat ze toen in zee gevoeld heeft, en vrijwel direct gaat haar lijf schokken en moet ze erg huilen. ‘Het is nog helemaal niet voorbij,’ brengt ze uit. Ze zegt dat ze gaat verdrinken, en ik blijf in totale rust naast haar zitten. Het meisje voelt haar angst en paniek totdat ze na een tijdje rustig wordt en ze me aankijkt. ‘Dit was gek,’ zegt ze, ‘ik kan hier op de bank niet verdrinken maar toch voelde het wel zo.’ En mij vond ze ook gek, dat ik het niet gek vond dat ze dat zo voelde.


Maar ik weet dan ook wat opgeslagen pre-verbaal trauma in je lichaam kan doen. De woorden die haar ouders op het strand hadden gebruikt om haar te troosten (‘stil maar, het is nu voorbij’) hadden de schrik niet kunnen wegnemen, want die woorden komen niet aan als je nog in shock bent. En dus ging het lijf nu, als ze weer in het water moest, koorts maken, haar laten overgeven en diarree bezorgen. Omdat dat lijfje nog in totale angst zat, dat als ze zou gaan zwemmen, ze dan dood zou gaan.


Na een uurtje loopt ze totaal opgelucht met haar moeder naar buiten. De volgende middag krijg ik een telefoontje van moeder dat haar dochter weer met zeer veel plezier bij de snorkelles was en dat de angst totaal verdwenen is.
En ik, ik ben altijd dol op mijn werk, maar kinderen zo hun grote liefde teruggeven maakt een dag extra speciaal…


Meld je aan voor de nieuwsbrief